Ik ben altijd in voor een goede vraag. ‘Wanneer heb jij voor het laatst iets voor het eerst gedaan’, bijvoorbeeld. Dat vind ik een leuke. Ze gaat over bewust/onbewust versus onbekwaam/bekwaam in leren en verkoopt wellicht ook goed bij Sport4fun. Een heel jaar lang ben je bezig met voorzichtig zijn en zaag je tegen de kinderen over opletten hier, oppassen ginder en uitkijken met. Dan ga je met het gezin op vakantie en doe je eens zot na één simpele vraag. Ik had nog nooit aan canyoning gedaan en wilde het graag eens proberen. Het is een sport waarbij je de loop van een rivier door een kloof volgt. Dwars door de natuur en het water stappen, klimmen, schuiven en springen. Stevige schoenen houden je op de been, het lijf gewrongen in een wetsuit zodat niemand kan zien hoe het hart te keer gaat en de helm om de mond dicht te houden als die openvalt van verbazing. Een gids vertelt wat je waar moet doen. De adrenaline doet de rest. Bij aanvang is het onweer boven ons hoofd enger dan de hindernissen maar dat zal niet blijven duren. Onze oudste dochter heeft jaren gezaagd om dit te doen. Ze is in gedachten bij ons en nu zit alles mee om eens iets nieuws te proberen. ‘Wanneer heb je voor het laatst iets voor het eerst gedaan?’ Nummer twee gaat voorop. De jongste volgt. Niet gewoon natuurlijk maar met veel sier. Als ze wandelt, staat ze immers ook meer op haar hoofd dan op haar benen. Wij volgen. Het woord ‘loslaten’ valt. Ze lezen ook mijn blog. Die ‘hé moeder’ erachter, vind ik minder. Zo jong als ik me voel bij een sprong in de diepte, zo oud voel ik me als één van de kinderen ‘moeder’ zegt in plaats van ‘mama’. Als ik vroeger zei dat ik ‘moe’ was, zei iemand steevast ‘je zult nog moeder worden’. Nu ben ik ‘moeder’ maar toch liever niet ‘moe’. Misschien helpt hier geen vraag maar een antwoord. ‘Zullen we afspreken dat je voor het laatst iets voor het eerst hebt gedaan?’ Nee, niet de canyoning maar het ‘gemoeder’. Canyoning doen we zeker nog eens. Beloofd.
Maand: juli 2017
Loslaten
Wij zijn op vakantie en de oudste is voor het eerst niet meer mee. Couleur Café en een buitenlands kamp met de scouts, moesten het afleggen tegen de jaarlijkse gezinsvakantie. Tussen twee topmomenten trekt zij haar plan. Met veel vertrouwen, een goed uitgeschreven draaiboek en overdreven veel Post-its lukt dat. We zijn weer met vier en dat komt eigenlijk ook wel uit. Het is ideaal om te kaarten en niemand moet op de kop zitten in het restaurant. Thuis zal het anders zijn maar zo leren wij loslaten. We moeten al even niet meer achter onze kindjes hollen of beurtelings de wacht houden. Niet meer sleuren met pampers en papjes. Niet meer zoeken naar tutjes en knuffelbeesten. We moeten zelfs niet meer als een juf vragen of er pipi is gedaan en of iedereen zijn jasje aan heeft. Dat hebben we toch al even losgelaten. Het zou belachelijk zijn met grote kinderen. Toen onze zoon nog een kleuter was, deed hij alles snel. Voorbij de schoolport liep hij steevast als een uitgelaten hond zijn rondjes op de speelplaats. Als we weg gingen, spurtte hij naar de auto en sprong hij in de autostoel. Ondertussen is hij zestien en heeft hij een lief. Tegenwoordig moeten we drie keer roepen en sloft hij naar de auto. We leren nog dat ook los te laten. Als we toe zijn aan een eerste tussenstop en ontbijt, ontdekt zoonlief dat hij zijn schoenen zelf had moeten aandoen of mee brengen. Hij is ook de enige in het gezin met maatje zesenveertig, die leen je niet snel van een ander. Hij zal op stapschoenen en slippers moeten reizen. Ik heb dat zes weken lang gedaan. Het was niet mijn meest uitgedoste periode maar dat gaat ook. Bij de eerste zwempartij, ontbreekt ook zijn zwembroek. Ik vrees dat er nog zaken volgen. Maar ik denk ook dat wij al goed kunnen loslaten.