Drie boeken

Ik vraag me af of er een grotere fan van de podcast Drie boeken rond loopt dan ik. Ik luister naar alle afleveringen en kijk uit naar de volgende dinsdag al mag het ook meermaals per week. Wim Oosterlinck moet mij aan het einde echt niet meer vragen reclame te maken bij twee mensen. Ik kan toch moeilijk maat houden en wil iedereen die ik tegen kom, warm maken.  

Niets inspireert meer dan horen wat anderen lezen en waarom of hoe ze hun boeken kiezen, bewaren en doorgeven. Goed voor de lokale boekhandel, iets minder voor mijn portemonnee maar een waardige vervanging voor leesclub Boekenklap. Die maandelijkse afspraak schrap ik met spijt uit mijn agenda. Het heeft te maken met besmettingsgevaar en coronamaatregelen maar laten we het daar vooral niet over hebben. Voordeel van dit nadeel is dat boeken nu officieel essentiële goederen zijn.

Ik hou van lijstjes vooral als anderen ze samenstellen, merk ik nu. Er zijn evenveel manieren om dat te doen als boeken. Of nee, dat is overdreven daarvoor zijn er echt te veel boeken. Het kan wel doordacht of impulsief. Van alles iets of met een treffende rode draad. Om te ontspannen of te verwerken. Echte klassiekers of het lichtere genre. Fictie of non-fictie. In het Nederlands of in de oorspronkelijke taal. Alles van een bepaalde schrijver of net niet. Het is bij iedereen anders en toch weer niet want er zijn ook boeken die vaak terug komen. Het achtste leven (van Brilka) van Nino Haratischwili, is al vaak genoemd. Een familie epos met geschiedenis van een land werkt altijd.

Voor de eerste verjaardag van Drie boeken verscheen op Instagram de vraag om zelf een foto te publiceren met de drie boeken die volgens jou iedereen moet gelezen hebben. Ha! Dat is een interessante vraag! Dat daar niet eerder op gekomen is. De doe-het-zelver krijgt meer respect voor de stielman als hij niet alleen moet kijken maar ook mag doen. Ik wilde zoals altijd snel zijn. What is the what van Dave Eggers. Een rauw boek over een vluchteling uit Soedan waarvan Barack Obama vindt dat elke scholier het moet lezen. Het beklijvende Een klein leven van Hanya Yanagihara over een getormenteerd man maar vooral over vriendschap en liefde. En dan nog iets over de natuur. De acht bergen van Paolo Cognetti. Voor ik het zelf doorhad, nam ik een foto en klikte ik op verzenden. Ik bleef nog even voor mijn boekenrek zitten en moest glimlachen bij Het moois dat we delen van Ish Ait Hamou. Voor boek drie waren misschien De wand van Marlen Haushofer of Wild van Cheryl Strayed nog beter. Rustige boeken die me doen vertragen en naar buiten jagen. Niet dat ik me er iets van moet aantrekken maar voor het programma is het ook leuk als er niet te veel van hetzelfde in zit. 

Ik hoor hoe lezers tips krijgen of hun boekenkast ordenen: alfabetisch, op land van herkomst van de auteur, op kleur of met een scheiding tussen wat gelezen en nog te lezen is. Het idee bij een boek een soundtrack te kiezen, blijft ook hangen. Waarom niet uitwisselen bij welk boek je moet gieren van het lachen? Lees eens Sprakeloos van Tom Lanoye als je stil in een vliegtuig moet zitten. Een boek dat je doet huilen? Komt een vrouw bij de dokter van Kluun. Als je de film huurt, krijg je er zakdoekjes bij. Mooiste liefdesverhaal? I.M van Connie Palmen. Meest inspirerend boek? Becoming van Michelle Obama. Beste biografie is een moeilijke vraag. Bruce Springsteen was niet slecht. Het gruwelijkste boek: De stilte van de vrouwen van Pat Barker. Welke auteurs lopen ook veel? Nicci French (ja allebei) en Haruki Murakami. Over boeken die me hyperactief doen kwispelen, begin ik best niet. Je wil toch nog tijd om boeken te lezen, niet? Volgens mij is er genoeg te vertellen voor nog heel veel verjaardagen. 

Elk boek is een opstap naar een ander. Met een  leesclub kruist je literair pad dat van andere lezers en ontdek je nog meer nieuwe dingen. Hopelijk geraken we snel door deze bizarre periode zodat we koffie kunnen drinken in Barboek en in de leesclub over boeken kunnen klappen. 

Voor ondertussen… Kennen jullie de podcast Drie boeken al? Je vindt alle informatie op http://www.wimoosterlinck.be onder het kopje Drie boeken. Je kan ook abonneren via Spotify of de Apple store. Niet twijfelen, gewoon doen!  

Je vole

De dag dat een kind geboren wordt, weet je dat je moet beginnen loslaten. Eerst in de armen van bezoek, naar de crèche, bij een babysit, dan school en op kot. Tot daar wat ik al weet. Ik zal wel zien wat nog komt. Altijd langer en verder en wellicht gevaarlijker. Je kan jaren naar hun kamer lopen om over hun bolleke te wrijven. Als hun lief blijft slapen, doe je dat niet meer. Wanneer ze thuis komen terwijl ik me klaar maak om naar kantoor te gaan, vinden ze het ook niet zo leuk gezien te worden.

Gelukkig dat ze niet aan ons (ouders) blijven hangen en hun weg zoeken en vinden. Als je dat niet wil, neem je beter een hond. Maar toch, ik moet regelmatig denken aan dag één en het idee van loslaten. ‘Je vole’ van Louane Emera (oorspronkelijk van Michel Sardou) is tegenwoordig mijn mantra en loodst me door zenuwslopende momenten. Als ze in Thailand of Vietnam rond hangt, is een telefoontje niet altijd mogelijk. Er zijn apps om hun reizen te volgen maar dat is nog onrustwekkender dan niets horen. De coronamaatregelen zijn ook een flinke streep door de sweet sixteenrekening van de jongste maar uitstel is geen afstel. Het beste voor haar moet nog komen. In de film ‘La famille Bélier’ vinden we dat heel gewoon. Het gras is altijd groener aan de overkant.

Het stopt wellicht nooit om je zorgen te maken en jezelf te blijven zien als de grote verantwoordelijke ouder. Mijn vader zegt nog altijd tegen zijn zoon van 43 dat hij wel even zal nemen waar hij niet aan kan terwijl de man twee koppen groter is. Achteraf is het allemaal best plezant en het levert boeiende verhalen voor later.

Zondag kreeg ik deze sms: ‘We found this phone by the lake in the water at place flagey. I tried to call but it seems that the microphone doesnt work.’ Avondklok. Lockdown. Hoe kan dit? Wat doet ze in Brussel? Ze zit op kot in Gent! Ik hou van een goede ‘Who did it’ maar zoek liever niet naar mijn eigen kinderen. Kon ik haar nu maar over haar bolleke wrijven. In plaats daarvan begin ik mensen te contacteren maar de angst om iets te missen is helemaal verdwenen als je iemand nodig hebt. Of toch niet. Gelukkig, iemand die reageert. Wis nooit de
mobiele nummers van scoutsleden ook al weet je niet meer precies wie achter de totem schuil gaat. Niets aan de hand. Ze heeft blijkbaar een nog niet bij haar ouders geregistreerd knuffelcontact in de hoofdstad. Oef. Het is maar dat. Mijn hartslag kan weer omlaag.

Wacht even. Ik hoor zoonlief met de auto thuis komen. Ik ga niet kijken. Hij heeft een rijbewijs en kan rijden. Ik doe mijn ogen dicht en zing ‘Je vole’.