Leonie

Hij kijkt me amuserend aan. ‘Daar zit zeker een stukje in?’ Na een paar onbeantwoorde contacten via Welcome to my Garden is er nog net een tafeltje voor twee bij Lokkedize in Brugge. Daar bellen we Leonie voor een volgende slaapplek. ‘Goh manneke, ik ga ook slapen he maar kom maar af.’ Hij replikeert dat we pas de volgende dag iets nodig hebben. We kijken een beetje vooruit, mevrouw. Het is voor haar allemaal goed. We passeren in Gent langs de Wasbar voor goede koffie én de was en arriveren daardoor later dan anders op camping Roosendael in Berlare. Twee Italiaanse bikers krijgen de mooiste trekkersplek. Ons tentje kan nog op het speeltuintje tussen de schommel en de wipwap met uitzicht op een berg PMD afvalzakken. Leonie is vijfenzeventig en baat het kampeerterrein al tweeënveertig jaar uit. Natuurlijk heeft dit begrip geen website nodig. Goede marchandise verkoopt zichzelf en vriendschap is niet te koop, herhaalt ze evenveel als ze sigaretten rookt. Het is een harde werker. Nog voor onze tent opstaat, en dat gaat echt heel snel, verbetert zij ons uitzicht en verplaatst ze de vuilzakken. Voor dag en dauw staat ze paraat om haar domein op orde te houden. Ze kent er alles en iedereen en patrouilleert op een oldtimer fiets die even oud moet zijn als zijzelf. Terwijl onze mobieltjes opladen haalt ze foto’s boven en vertelt ze verhalen. Het leven zoals het is op de camping. Ik kijk haar amuserend aan. ‘Wat een verhalen, daar kan je een boek van schrijven.’ ‘Dat is waar’, zegt Leonie. Ik schrijf een stukje. Misschien herlees ik het wel als ik vijfenzeventig ben.

Slow travel

Hoewel we regelmatig flink tegen onze trappers stampen, houden we enorm van traag reizen. Met de fiets ga je sneller dan te voet en kom je nog meer tegen. Geen bakker of café? Niet treuren. Over een kwartier kom je in een volgend dorp. Wandelend doe je er langer over. We laten ons onderdompelen in de streek voor verbinding met andere zielen. Verrassen kan je leren. Het maakt reizen boeiend. Een berichtje kort vooraf is voldoende om onaangename surprises te vermijden. Op onze Vlaanderenroute met de fiets verblijven we bij vrienden, op campings en via Welcome to my Garden. Zaterdag arriveren we kletsnat in Brugge. ‘Welkom in Brugge als jullie nog even links en links nemen, laat ik jullie via de garage binnen’ zegt Mips. Gisteren zegt Rik: ‘Welkom in Turnhout, als je nog rechts en rechts volgt, laat ik jullie via de garage binnen’. In één van de rechts rechts huizen, herken ik de woning van een collega. Niet dat ik alle huizen van collega’s ken. Deze ging ik eens opzoeken met een doos pralines en herken ik. Als we even later voorbij lopen om te gaan eten stuur ik een berichtje. ‘Niet verschieten als je me als een zwerver door je straat ziet lopen met een stadsplan in de hand. We fietsen de Vlaanderenroute en kamperen vannacht in je straat’. Hotel of B&B houden we achter de hand voor lastige dagen of veel regen. Vrienden op de Fiets willen we ook proberen. Tussen het logeren maken we een treintje en trekken we nog eens door. Zo houden we meer tijd voor leuke stops om de buurt te leren kennen of is het minder erg als je bij een veerpont moet wachten omdat de overvaarder even thuis zijn aardappelen gaat schillen. Het hoort allemaal bij slow travel. 

Paris

Ik ga naar Parijs en neem mee. Een grafisch ontwerpster die graag lacht. Een student verpleegkunde die altijd kalm blijft. Een man om op de kopieermachine te leggen. Een coronacertificaat. Een boek en kaartspel. Centen en tijd. Vooraf maken we ons zorgen of het wel zal lukken zonder onze jongste, de immer vrolijke entertainster. Zij is naar Kroatië met de scouts. Het is achttien jaar geleden dat we zonder haar liedjes, verhalen en accenten met het gezin op vakantie gaan. De bestemming moet eentje zijn waar ze al was en waar ze dit jaar nog geraakt. Het wordt dus Parijs. Onze kleine kleedt zich voor elk mondeling examen in een outfit die verband houdt met het te testen vak. Zonder haar lopen we niet alleen het risico ons zorgen te maken maar ook er vestimentair niet stylish bij te lopen. Gelukkig is er nog een lief van de familie bij haar en kunnen we speleologie, parasailing, duiken en tipsie worden op een afstand volgen. Ja, papa en mama, natuurlijk zeg ik haar voorzichtig te zijn. Daarnaast helpt alleen goede afleiding. We zijn niet zeker of we ook hip en trendy kunnen zijn zonder haar. De kelner van ons eerste diner kijkt bedenkelijk tot bij het afrekenen. Of ik er nog ben geweest? Nee. Echt, niet tijdens de fashionweek? Nee, sorry. Nooit geweest. Mais je le prends comme un compliment donc merci. Dit moet ik haar vertellen. De volgende keer moet ze weer mee. Veel centen en tijd gebruikt. Het boek en de kaarten niet aangeraakt. Het coronacertificaat niet moeten laten zien. Wel een paar restaurants ontdekt waarvoor we zeker terug komen. 

Zielerust

Ik kan niet in een ander bed slapen als er strijk ligt. Hij kan niet op vakantie als de tuin niet in orde is. Hij snoeit zich een slijmbeursontsteking en daarmee zijn we klaar om op vakantie te gaan. Er zijn nog zekerheden. Wij leren toch nóóit niet te overdrijven. Onderweg in de auto met de juiste muziek krijg ik nog eens een masterclass muziekkennis van mijn wandelende encyclopedie. Zo komen wij wel tot rust. Er zijn nog zekerheden. Liefde is samen bandnamen analyseren. Te beginnen met ‘de Waalse dEUS’ Girls in Hawaii, mét Franse tongval en andere weetjes. Cigarettes After Sex. Great Lake Swimmers. Black Rebel Motorcycle Club. Porridge Radio. The Slow Readers Club. Hij heeft maar één noot nodig om ze te herkennen en is me altijd voor. Hij heeft zelf in zes muziekgroepjes gespeeld. Daar weet ik gelukkig ook alles van. De eerste band, Mogambo, was een soort poging tot Gorki. Dan kwam Noisy Neighbours. Geleend uit ons boek van Engels van toen we nog samen college liepen. Dan was er Grey. Gevolgd door Thun. Nog meer vriendschappen voor het leven. En toen, na een Johnny Cash avontuur, werd Lighthousekeeper geboren. Dan komt zijproject Random Kids. Na het zien van het duo Mueran Humanos uit Berlijn dachten er twee: dit kunnen wij ook! En zo werd drie jaar geleden ZiELErUsT geboren. Het brengt op zijn minst twee mannen zielenrust. Misschien zijn bandnamen toch niet zo toevallig en moet je vooral kiezen wat je wil.  

Vragen

Ze vraagt me haar scriptie te lezen. Oh ja, graag. ‘Het virus infecteert mijn denken en besmet mijn master.’ Ik ben ontroerd en fier vanaf de eerste zin. Voor haar bachelorproef vulde ze de hele Gentse binnenstad met cirkels. Voor het behalen van haar master vrije beeldende kunst gaat ze op stap met een raam. Ze hangt daarvoor een plank van 170 op 120 die er uitziet als haar kotmuur met twee gaten inclusief vensterbank op haar rug en gaat er overal mee naartoe, zelfs met de trein naar zee. Ze heeft een mooie blik op de wereld doorheen haar venster. Het levert verbindende en hilarische taferelenen en reflecties op voor haar boek. Ze studeert af met grote onderscheiding. Wat ben ik fier. 

Ze vraagt me een appartement te bekijken. Oh ja, graag. Op mijn koersfiets rijd ik naar Brussel. Op de Anspachlaan bedenk ik hoe mijn kleine meid twintig jaar geleden in de buggy mee ging naar betogingen in Brussel voor marsen van Noord naar Zuid. Nu is het een prachtig groene autovrije boulevard en wil onze oudste hier wonen. Kleine meisjes worden groot. Anderen zijn eerst dus we zoeken verder. Ik bedenk dat er veel gebeurt in twintig jaar.

Ze vertelt dat ze niet weet of ze kinderen wil want dan maak je je altijd zorgen. Oh ja, dat is zo. Het is de enige constante en het stopt nooit. Wist ze dat ook al toen ze twee jaar geleden in haar eentje door Vietnam trok?  Nu vraag ik me af waar ze over twintig jaar woont en wat ze doet. Ik ben benieuwd. Ik weet dat ik me geen zorgen moet maken maar dat wil niet zeggen dat ik het niet doe. We zien wel en ondertussen mag ze me alles vragen. 

Kippenvel

Ik lig in mijn hangmat te dutten wanneer ik een paar tuinen verderop een buurman tegen een buurvrouw hoor zeggen dat hij in het huurhuis naast hem liefst geen ‘chocolatte’ nieuwe buren wil. Ik lig pardoes op de grond. Gaan we zo beginnen, denk ik terwijl ik overeind krabbel. Een paar dagen later nog een keer maar gelukkig replikeert een andere inwoner van onze straat dat die toch ook kunnen meevallen. De eerste bevestigt met tegenzin. Ik wil hem vertellen over de DPD-man die regelmatig aan de deur komt bij de ouders van een kennis. Zijn moeder verliest de strijd tegen kanker en kan geen pakjes meer ontvangen. Haar buren zeggen hem dat ze overleden is waarop de DPD-pakjesbezorger onverwacht aanwezig is in het uitvaartcentrum om haar een laatste groet te brengen. Hij heeft zijn moeder verloren zonder afscheid te nemen en doet dat dan bij iemand waar hij veel pakjes bracht. Kippenvel krijg ik van dat verhaal als ik in mijn hangmat mijmer. Van chocolade zou ik niet zeggen maar een peperkoeken hart heeft hij zeker. 

Mooie plaatjes

Zorg dat je niet in de knoop geraakt’ kuste hij me vorige week dag. Als we samen fietsen, souffleert hij me divagewijs door het landschap. Ik vertrek wapperend van de briefjes met knooppunten. Voorbij de eerste bocht, sla ik ze al in de wind en volg ik gewoon mijn neus. Knooppunten en ik, solo op de fiets werkt het echt niet. Ik wil rechttoe rechtaan vertrekken en dan op gevoel meanderen. Alleen in het weekend is er tijd voor escapisme en dan graag voluit. Ik fiets om het hoofd leeg te maken, lijf en leden te trainen en mooie kiekjes te verzamelen als vitaminen voor lastige momenten. Op vaderdag rijd ik met de fiets naar mijn papa. ‘Je gaat toch niet gewoon langs de steenweg? Gebruik toch Komoot.’ Het is voor hem ook vaderdag dus volg ik zijn raad. Op de parking aan het kasteel van Horst ga ik vol in de remmen. Van meters ver zie ik een oldtimer staan. Ik heb een zwak voor oude bakken. Gisteren kwam professor Tytgat met zijn rode Alfa Romeo naar de buurtsuper. Ik heb er langer naar staan gapen dan ik nodig had om wat streekproducten voor vaderdag te scoren. Als er na mijn knieën nog onderdelen kapot gaan, wil ik een oldtimer. Hopelijk kunnen ze dan prachtige carrosserieën combineren met een elektrische motor en authentiek gevoel. Een mens moet blijven dromen. Naast de oldtimer staat een moderne sportwagen met twee mannen en twee vrouwen. Ik zet mijn koersfiets tegen een boom en kadreer de oldtimer voor het kasteel. ‘Wilt u erbij op de foto, dat is 50 euro’ Ik wijs met mijn linkerhand naar zijn auto. ‘Als u die deur even voor me wil dichtdoen is het prima’ antwoord ik met mijn breedste glimlach. ‘Oh dat is euh…lekker ad rem’ sproesten ze uit. Dachten zij dat landgenoten van de parking dat niet kunnen, grinnik ik terwijl ik verder rijd tussen de weiden en bloemen. Ik passeer zelfs een bord met ‘Annemie’s bloemenweelde’. Zalig. Gewedige rit. Ik ben een beetje later op het appél door de Baloise Belgium Tour. Ik durf geen beeldjes meer schieten en mis zo dat van een mooie witte klassieke auto. Mijn verwekker verwelkomt me alsof ik eerst over de meet kwam maar dat was Cavendish. Papa blij en ik ook. Ik kan er weer tegen morgen. Een collega zweert bij kalk tegen verzuring. Voor mij graag bloemen en kleine  gelukskes. Bij voorkeur van de streek.  

Kussen

Mijn geluk kan niet op. Ik zou iedereen kunnen kussen. Echt waar. Ik krijg vaak te horen dat ik snel ga en te veel in korte tijd wil. Alsof dat een misdaad is en geen valkuil van een kwaliteit. Ik begrijp die feedback en hou er rekening mee want ik word soms ook moe van mezelf. Maar kijk, ik wil graag terug naar een wereld van nabijheid, contacten en dat alles zonder mondmasker. De voorbije weken keek ik om de haverklap naar de website om in te schatten wanneer ik een covd-19 vaccin zou krijgen. Ik fietste al tig keer rond het vaccinatiecentrum om de vorderingen te aanschouwen. Het mocht van mij allemaal sneller. Ik wil af van die afstand. Misschien staat er toch iets van die snelheid in mijn medisch dossier of hebben ze bijgehouden hoe vaak ik de website check en de voortgang opvolg. Ik zag Annemie Struyf gelukkig wezen op Instagram. Zij had via de reservelijst een prik gekregen in mijn vaccinatiecentrum. Dat wilde ik ook maar hoorde: zou je dat wel doen, kan je daar wel op tijd geraken met je agenda, wat als je niet kan, dat verloopt ook volgens leeftijd en nog veel meer. Ik gaf aan wanneer het kon maar wist natuurkijk nooit zeker of het zou lukken. Wie niet waagt, heeft niets. Twee collega’s met meer ervaring mogen pas maandag gaan in dat vaccinatiecentrum van mij. Gelukkig schreef ik me in. Ik kreeg vandaag een mail, sms én telefoontje. Op hetzelfde moment. Terwijl ik reageerde op de mail beantwoordde ik ook het telefoontje. Bijna trok ik de vriendelijke mijnheer aan de andere kant van de lijn door de telefoon. Of ik kon komen voor één prik van Johnson en Johnson. ‘Ja! Graag! Mag ik nog iemand meebrengen? Nee. Jammer. Dat begrijp ik. Ik kan je wel kussen man. Ik kom af.’ Ik moest alleen nog rustig naar daar rijden en bewust zijn van alle snelheidslimieten en camera’s  onderweg. Na afloop wilde ik iedereen kussen van geluk maar wachtte braaf tot ik weer veilig naar huis mocht. Met Voilà van Barbara Pravi als soundtrack. Ik werd er onmiddellijk  rustig van. Misschien helpt dat spuitje nog voor andere kwalen. Dankjewel aan al wie dit mogelijk maakt! Dikke kus.  

Meer

Tweeëntwintig jaar woonde Theo naast ons. Of wij langs hem want hij was eerst. Ons huis grensde aan zijn mancave want hij had behalve dit huis nog een thuis bij zijn vrouw. In het buurhuis kwam hij alleen zijn. Het was een ruimte voorbehouden voor hem alleen met een paar muren, een tuin en een TV. Hij keek er naar voetbal. Meer had hij niet nodig. Geen Chesterfield zetel, antieke schrijftafel, collectie whisky, biljarttafel, sporttoestel, platenkast of weet ik veel wat mannen nog meer hebben en doen in hun paradijs. De enige sigaren die hij had of kreeg, rookte hij op. Zo roken we wanneer hij er was want tweeëntwintig jaar hebben we niets gehoord en genoot hij in stilte van zijn plek. Theo is niet meer. We hebben nieuwe buren. Ik heb ze nog niet gezien maar wel al gehoord. Ze gaan verbouwen en aangezien wij dat ook ooit hebben gedaan, heb ik nu al met hen te doen. Geen idee of ze gaan voor een mannenhol of she shed want zo heet blijkbaar de vrouwelijke afzonderingsplaats. We laten ze graag werken aan hun huis en lawaai maken. Een eigen ruimte zal nog niet voor direct zijn en komt meestal pas na huisje, boompje, kindje en als de kindjes groot zijn. Wij zijn zover en laten ons niet graag in één gat vangen. We zijn overal graag en onze lievelingsplek past in een fietstas. Als we minder lawaai willen, springen we op de fiets. Vorig weekend fietsten we naar Meer. Via de app Welcome to my garden kwamen we terecht bij Saskia en Michel. Zij verbouwden een oude pastorijwoning. De werken liggen al even achter hen. Ik ben niet in hun huis geweest dus ik weet niet of er een hij of zij stek is. Er wonen immers ook nog drie kinderen. Hun tuin is een paradijs voor wie graag traag reist. Wij konden er ons trekkerstentje opzetten en daarin lezen, schrijven, whisky drinken en naar de regen luisteren. Meer moet dat niet zijn. Waarvan wil jij meer en hoe ziet het er eruit?

Marc

Vorig jaar wilde ik jouw bureel opruimen. Nu voel ik de nood je aan te manen tot een digitale blijf in uw kot. Ik heb veel bewondering voor jou en je collega’s. Het is niet gemakkelijk te blijven staan in stevige stormen. Jullie gaan ervoor en houden vol. Op mijn sympathie kunnen jullie rekenen. Wat ik aan jou ook bewonder is dat je je niet laat doen. Je bent even hardnekkig als een virus. Je zwemt als geen ander tegen de stroom in. Door de stront moet je niet kruipen maar vliegen. Proficiat daarvoor. We hebben er gisteren over gepraat tijdens onze wandeling maar je zei niets terug. Koppig als je bent, denk je er wellicht het jouwe van. Je weet goed genoeg hoe het gaat met kwaliteiten en valkuilen. Ik moet jou niet uitleggen dat je met meer rust en ontspanning meer afstand kan nemen en milder naar de wereld kijkt. Ik las dat je vorig jaar amper twee dagen vrij nam. Dat verklaart veel en lijkt me niet gezond. Misschien is de vakantie met slecht weer die je nu te beurt valt nog zo slecht niet. Vandaag ging ik fietsen. Richting Ranst en door de Markweg in Rijkevorsel. Het wilde weer lukken. Ik moest weer aan je denken. Ik heb onderweg een Markske gedaan. Iets wat ik in pakweg Antwerpen stad al een tijd vermijd. In Keerbergen toeterde een autobestuurder omdat ik langs de kant van de weg op mijn fietsmaatje wachtte. Op een zonnige zondagvoormiddag om half elf in een rustige residentiële straat. Een oudere man en vrouw in een dure auto. Ik keek op. Zag aan de man achter het stuur dat het geen vergissing was en begon breed te glimlachen en enthousiast te zwaaien. Ik wilde hem niet uitlachen maar wel doen nadenken. Ik had een helm op en schatte in sneller te zijn. Je weet nooit. Jij had het zeker ook gedaan misschien zonder kansberekening, voor de sport of gewoon omdat je het niet laten kan. Ik ben daarna geen heethoofden meer tegengekomen en het voorval was snel weer uit mijn hoofd. Het voordeel van ontspanning. Moet je eens proberen, Marc. Je mag altijd nog eens meekomen. Dan hebben we er het er nog eens over.